Een van de dingen die een JoJo graag doet is regelen. Moge het met een scharrel zijn, een kwarrel, een prela of een rela. Wij regelen dan ook geen zaken, maar mensen. Wanneer ik het hierover heb met vriendinnen van thuis, kijken ze mij raar aan. Zoveel woorden die zo vreemd of ongepast zijn en totaal nergens op slaan: naaien, regelen, bonne, barfen, accepté, almanak en anciënniteit.
Toen ik mijn ouders vertelden dat we een reünistenborrel hadden, konden ze hun lach niet inhouden en werd ik verbeterd: ‘bedoel je geen reünie?’ Wanneer ik bij vriendinnen thuis het woord ‘vo’ gebruik in plaats van voor, proesten ze het uit: “het is niet eens korter dan voor, dus het slaat echt nergens op”. Overigens vinden ze het zo grappig, dat we het nu wel regelmatig onderling gebruiken.
Toen mijn vriendinnen van thuis laatst hier drie oktober kwamen vieren en vroegen of er ook veel studenten waren, moest ik hen vertellen dat er veel studenten zijn, maar dat er ook veel studenten vluchten vanwege alle arren. Ze keken me verbaasd aan, volgens mij dachten ze dat ik overdreef. Totdat ze aan mijn eerste de beste oud-huisgenoot vroegen of hij nog ging feesten vandaag: “Nee man, veel te veel arren”.
Eigen taal
Waar komt dat studententaaltje dan vandaan? En zijn we echt zo bekrompen als deze anekdotes nu doen lijken? Wij studenten creëren onze eigen taal om ons te onderscheiden van andere groepen. Deze groepen zijn vaak lager opgeleid. Er is dan ook een aanzienlijk verschil tussen studententaal en jongerentaal – ook wel straattaal. De laatste vorm is regelmatig in de media. De taal zou een verloedering op de Nederlandse taal zijn. Onze termen daarentegen blijven onbesproken. Toegegeven: onze taal maakt woorden (meestal) moeilijker of exotischer dan dat ze van oorsprong waren. In zekere zin verrijkt het studentenjargon de Nederlandse taal dus.
Dat studententaal niet helemaal bekrompen is, blijkt ook uit het feit dat enkele woorden daadwerkelijk in het woordenboek zijn opgenomen. Zo is er niet alleen de benaming Sjonnie voor een ordinair persoon, wist je dat een Arnie verwijst naar een student? Arnie was begin jaren negentig rechtenstudent in GTST. Hij had een bijpassend Arniekapsel (een coupe met een scheiding in het midden waarbij een gedeelte van het haar naar voren valt). Wellicht is deze term nu al wat verouderd en scharen we deze student eerder onder de term ‘bal’.
Al met al lijkt onze taal dus helemaal geen problemen op te leveren, maar zorgt het juist voor een verrijking van onze taal. Daarbij komt dat de Nederlandse taal sowieso veranderd en zich aanpast aan zijn tijd. Blijkbaar ontstaat er per dag ongeveer een nieuw (blijvend of weer verdwijnend) woord. We kunnen ons jargon dus zonder zorgen blijven gebruiken (wel met mate!). Mochten VVV’tjes het dan een keer niet begrijpen, hebben zij tenminste ook weer wat te lachen.